Professionele paradoxen III. Veranderen, professionaliseren en onderzoeken

Het lijken aparte domeinen: veranderen, professionaliseren en onderzoeken. Veranderen, dat is iets dat je bij -of met- de klant doet. Professionaliseren doe je op een opleiding, naast je werk. En onderzoeken doen ‘ze’ op een universiteit. Lekker helder: drie van elkaar gescheiden werelden, met ieder zijn eigen ontmoetingen, gemeenschappen, codes en literatuur.

In mijn eigen werk lopen die drie werelden wat door elkaar: in managementcoaching gaat het niet alleen om professionaliseren, maar ook om veranderen van de organisatie, organisatieontwikkeling kan ook in een bepaalde vorm van actieonderzoek plaatsvinden, en in ‘Communities of Learning’ onderzoek ik samen met collega’s hoe het vak op een hoger plan kan komen. Door de werelden van veranderen, professionaliseren en onderzoeken te combineren lukt het beter om tot waardevolle praktijken komen.

Maar gemakkelijk gaat dat niet. Over de grenzen heen kom je als professional in een wat troebel gebied terecht, waar niemand ‘het’ lijkt te weten, en in ieder geval niet de wijsheid in pacht heeft. Dat levert de nodige handelingsverlegenheid op. Bestaat er ook een houvast voor professionals die over de grenzen heen willen kijken?

Hans Vermaak formuleert enkele bruikbare ‘richtingaanwijzers’. Hij introduceert een ‘exploratieruimte’, een driedimensionele ruimte waarin hij onderzoeken, veranderen en professionaliseren expliciet met elkaar verbindt (Vermaak 2009):

  • Veranderen: vraagstukken hanteren, interveniëren in organisaties
  • Professionaliseren: mensen ontwikkelen, vakmatigheid versterken
  • Onderzoeken: verschijnselen ontrafelen, kennis scheppen

 

Exploratieruimte

Die driedimensionale ruimte biedt volgens Vermaak mogelijkheden om een bepaalde activiteit wat op te rekken naar beide andere gebieden. Het is hem niet te doen om een bepaalde volgorde (eerst dit en dan dat), maar om het verstrengelen van drie activiteiten in één. Door complexe vraagstukken onderzoekend te benaderen, veranderen ze ook, en professionaliseer je tegelijkertijd jezelf, doordat je al doende nieuwe mogelijkheden ontwikkelt om met een vergelijkbaar vraagstuk aan de slag te gaan (Schön 1983). Het gaat er Vermaak ook niet om hele grote en ingewikkelde trajecten op te zetten, maar -met een verwijzing naar Weik (1984)- juist ook in het klein te werken. Zo kun je meerdere opbrengsten tegelijkertijd krijgen: het handelingsrepertoire op alle drie de gebieden zowel verbreden als verdiepen. Daartoe formuleert Vermaak een aantal ‘richtingaanwijzingen’.

Aanwijzingen voor veranderen:

  • Richt je op zelfgekozen ’taaie vraagstukken’ (complexe opgaven waar geen eenvoudige oplossingen voor zijn)
  • Organiseer de verandering in meerdere werksystemen
  • Werk incrementeel met ‘hier & nu’ als microkosmos en doe metingen
  • Handel situationeel en geef op maat vorm aan verandering
  • Neem verstoringen mee in de verandering, ook verstoringen van buiten

Aanwijzingen voor professionaliseren:

  • Combineer leren en werken als doorgaand proces
  • Trek extra lessen in leergemeenschappen
  • Zaai ideeën en pik ideeën op in netwerken en platforms
  • Co-produceer om zelforganiserend werken te versterken en te spreiden
  • Breng meervoudigheid aan in leeromgevingen en inzichten

Aanwijzingen voor onderzoeken:

  • Dompel je onder in data en maak een rijke beschrijving van complexe fenomenen
  • Scherp je aan literatuur dwars over discipline-grenzen heen
  • Interpreteer situaties meervoudig en organiseer een ‘advocaat van de duivel’
  • Voer onderzoeksactiviteiten participatief uit
  • Vereenvoudig inzichten en methoden op een intelligente wijze

Vermaak daagt uit om de exploratieruimte op te zoeken, ook als er niet persé plek voor is gemaakt of in is voorzien. Dat kan volgens hem altijd: er zijn genoeg verandervraagstukken waar nog weinig grip op is, er valt genoeg te professionaliseren om echt goed te worden in wat je doet en er is genoeg te onderzoeken om beter te weten wat werkt.

Kortom: er is ruimte genoeg om het handelen wat op te rekken…

 

Referenties:

Schön, D. (1983) The reflective practitioner. How professionals think in action. New York: Basic Books

Vermaak, H. (2009) Ruimte om te exploreren. In: Smid, G. & E. Rouwette (red.) Ruimte maken voor onderzoekende professionaliteit. Onderzoekend handelen, handelend onderzoeken. Assen: Van Gorcum

Weick, K. (1984) Small wins: redefining the scale of social problems. In: American Psychology 39 (1)

 

 

Comment

There is no comment on this post. Be the first one.

Leave a comment