Mark Rutte benadrukt in de -nu al historisch genoemde- toespraak van afgelopen maandag dat hij het advies van deskundigen volgt bij de maatregelen om het coronavirus het hoofd te bieden. Het advies van ‘deskundigen als Jan van Dissel en zijn collega’s binnen en buiten het RIVM, virologen, intensivecare-artsen, en andere specialisten’ is volgens Rutte vanaf het begin dat het virus opdook ‘leidend geweest voor alle maatregelen die tot nu toe in Nederland zijn getroffen’. Rutte: ‘het is belangrijk dat we op dat kompas van wetenschappelijke kennis en betrouwbare feiten blijven varen. Dat is de enige verstandige manier om verdere stappen te kunnen blijven zetten die nodig zijn. Stappen die onvermijdelijk op ons afkomen’.
Moeilijkheid is dat de wetenschappelijke kennis over dit nog onbekende virus nog in de kinderschoenen staat. En voor zover er al wel wetenschappelijke kennis beschikbaar is, levert die kennis ook geen eenduidige voorschriften op over wat in de huidige situatie te doen staat: verschillende landen maken op basis van -min of meer- dezelfde kennis ook een verscheidenheid aan keuzes om het virus te bestrijden. Van het virus onbeheerst zijn gang laten gaan tot alles op slot gooien, en alles wat ertussen zit. Nederland kiest voor het afremmen van het virus en tegelijkertijd groepsimmuniteit opbouwen: ‘maximaal controleren’.
Dat lijkt ook mij op dit moment een verstandige keuze. Waar het mij om gaat is dat deskundig advies niet louter bestaat uit wetenschappelijke kennis, zoals Rutte het doet voorkomen. Bepalen wat nodig is vraagt namelijk ook om een proces. Dat moet ik uitleggen -zeg ik in navolging van Rutte.
Zelf doe ik op dit moment onderzoek naar de deskundigheid van organisatieadviseurs. Binnen organisatieadvies wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen expertadvisering en procesadvisering: expertadviseurs richten zich op een inhoudelijk advies. Procesadviseurs faciliteren alleen het proces van organisatieontwikkeling, waarbij ze die inhoud juist aan de klant laten. Rutte doet nu net alsof hij zich baseert op de inhoudelijke kennis van expertadviseurs. Maar het onderscheid tussen expertadvisering en procesadvisering is niet goed houdbaar. Niet alleen in organisatieadvisering, maar ook in advisering over overheidsbeleid in een maatschappelijke crisis. Ik baseer me bij deze stellingname op een inhoudelijke deskundige op het gebied van organisatieadvieswerk: Mathieu Weggeman. Ik volg hier even zijn redenering (zoals hij die uitlegt in: Weggeman, 2003).
Een expertadviseur die bij een verzoek om een inhoudelijk advies denkt dat hij geen aandacht hoeft te besteden aan het proces verstaat volgens Weggeman eenvoudigweg zijn vak niet -tenzij hij vindt dat het zijn taak is om een rapport op te leveren dat in de la verdwijnt. Andersom heeft een procesadviseur die niets inhoudelijks heeft in te brengen volgens Weggeman hooguit amusementswaarde: het contact is leuk en misschien zelfs goed, maar de bijdrage van zo’n adviseur gaat verder nergens over. Dan kan de klant net zo goed (en goedkoper) een boot huren en een dagje uit. Drankje erbij, niks meer aan doen. Bij advieswerk doen inhoud en proces er volgens Weggeman allebei toe. Ze zijn weliswaar van elkaar te onderscheiden, maar in de praktijk niet echt te scheiden. Ook inhoud impliceert volgens Weggeman namelijk een proces. Zo is zelfs het lezen van een tekst zoals deze tekst niet louter inhoud: gaandeweg het lezen speelt zich ook steeds een innerlijk proces af dat afhangt van de eigen ervaringen als lezer, van opvattingen die je hebt, van de overtuigingskracht van een verhaal (of het ontbreken daarvan). Omgekeerd gaat het volgens Weggeman ook niet alleen maar om proces. Zodra een procesadviseur ergens binnenkomt vormt hij zich immers een mening van wat zich daar afspeelt. Onbevangen waarnemen lukt namelijk niet zo goed. Zodra iemand iets waarneemt, dringen zich direct ook meningsvormende gedachten op. Dat is allemaal inhoud. Vasthouden aan een eenduidig onderscheid tussen inhoud en proces leidt tot wat Weggeman ‘onverantwoorde oversimplificatie’ noemt: zodra je wat nauwkeuriger gaat kijken zijn inhoud en proces steeds op elkaar betrokken, kunnen zij niet zonder elkaar.
Volgens mij geldt dat ook voor advisering door deskundigen in de coronacrisis. Er is geen eenvoudige uitweg uit de coronacrisis, geeft Rutte ook zelf toe. Het gaat om een ernstige en hoogst complexe kwestie. Dat vraagt van deskundige adviseurs niet alleen dat zij slechts inhoudelijke kennis overdragen. Dat vraagt ook om een proces: van afkijken wat in andere landen al dan niet werkt, van inventariseren wat er specifiek in ons land mee kan spelen, van afwegen hoe de verschillende belangen van gezondheid, het openbare leven en de economie zich tot elkaar verhouden, van inschatten in hoeverre de bevolking in staat zal zijn zich aan maatregelen te houden (en bereid zal zijn om later eventueel nog stringentere maatregelen te accepteren), et cetera. Dat vraagt met andere woorden om met elkaar uit te zoeken wat op dit moment een geschikte aanpak kan zijn, die weer herroepen als het onvoorziene en/of ongewenste effecten heeft, of juist aanscherpen als er gaandeweg nieuwe inzichten worden opgedaan.
Prima dat Rutte zich baseert op inhoudelijke deskundigen. Maar ik wens hem -en ook ons- toe dat hij ook goede procesadviseurs in zijn adviesteam heeft.
Bron: Weggeman, M. (2003). Provocatief adviseren. Organisaties mooier maken. Schiedam: Scriptum.
Comment