De troost van imperfectie

Onlangs was ik bij de ‘Nacht van de Imperfectie’ in Fort bij Vechten. Daar werd het boek ‘Imperfecte adviseur’ gelanceerd. Een opmerkelijk boek met praktijkverhalen van ervaren organisatieadviseurs over momenten waarop het ‘mis’ ging. ‘Mis’ in de zin van dat ze helemaal waren vastlopen, geen idee hadden over hoe verder te gaan, en ‘het’ hen gewoonweg door de vingers glipte.

Met hun verhalen geven deze auteurs een ongebruikelijk kijkje in de keuken van het adviesvak. Zij beschrijven niet hun heroïsche successen, zoals dat meestal in de vakliteratuur gebeurt (en heus niet alleen in het advieswerk). Maar juist momenten waarop zij het gevoel hadden te falen. En over hoe lastig dat falen is te verteren. Dat is bijzonder, want hoe vaak lees je nu over heuse blunders waarover een adviseur zich diep schaamt? Narratieven over deze ‘binnenkant’ van het advieswerk komen in het boek juist wel aan bod. Zeer leesbare verhalen die herkenbaar zijn voor iedereen die met organisaties werkt.imperfecte-adviseur-persoonlijke-verhalen-over-hetDe auteurs verstaan onder de ‘imperfectie’ van advieswerk situaties waarin je in onmogelijke dynamieken terecht komt; dynamieken die allemaal op elkaar inwerken en die ook allerlei dingen in jouzelf losmaken, waardoor je op den duur geen idee meer hebt hoe het verder zou moeten. Zo beschrijft Barbara van der Steen in haar bijdrage een voor mij erg herkenbaar beeld van de begeleider die vindt dat zij bij iedereen in staat moet zijn om leren te stimuleren. Als dat haar totaal niet blijkt te lukken bij een opdrachtgever die zich als een kille manager ontpopt en concrete resultaten eist voor zijn team, schrijft zij: ‘Uiteindelijk kom ik tot de conclusie dat ik mijn kijk vanuit het paradigma van leren en ontwikkelen zo logisch ben gaan vinden, dat ik niet altijd doorheb hoe ontregelend die manier van kijken is voor mensen die vanuit een ander perspectief denken en handelen. Ik had bijvoorbeeld ook kunnen signaleren dat er verwarring was door een te eenzijdig taalgebruik van onze kant’ (2017, p. 71).

Haar bijdrage illustreert ook mooi hoe lastig het is om als professional op je eigen falen te reflecteren. Ook de imperfectie lijkt als het ware productief te moeten worden gemaakt: op zijn minst dient er namelijk van geleerd te moeten worden. Thijs Homan vat dat in zijn (slot)hoofdstuk samen met de conclusie dat professionals hoge eisen aan zichzelf stellen, en zelfs nog een extra eis daaraan toe lijken te voegen: de eis om ook nog eens ‘perfect imperfect’ te kunnen zijn.

Dat streven naar ‘perfecte imperfectie’ was ook merkbaar tijdens de Nacht van de Imperfectie, waarin we elkaar ‘faalverhalen’ uit de praktijk vertelden. Het werd een troostrijke bijeenkomst. Als professional willen we het allemaal zo graag goed doen, van betekenis zijn voor de klant, toegevoegde waarde hebben die er ook nog eens maatschappelijk toe doet. Toch kan het ook wel eens gewoon mis gaan. Maar dat misgaan is iets dat je alleen achteraf kunt constateren. Tijdens het handelen kies je als professional namelijk steeds de volgens jou best mogelijke optie. Anders had je op dat moment toch wel wat anders gedaan?

 

Literatuur:

Ooijen, M. van, Homan, T., Goedhart, A., Nistelrooij, A. van, Steen, B. van der, Kuhlmann, M., & Moor, M. (2017). Imperfecte adviseur. Persoonlijke verhalen over het werk. Utrecht: Kessels & Smith.

 

Comment

There is no comment on this post. Be the first one.

Leave a comment